
Voordat ik dat toelicht ga ik me eerst even bij voorbaat verdedigen. Ik vind de heer Wilders namelijk een enorme opportunistische blaaskaak, die vanuit een uit piepschuim opgetrokken oprechtheid allerlei kromme redeneringen met dito argumenten recht(s) probeert te praten.
Maar ik kom er toch niet onderuit: toen ik tussen de in het parlement gebruikelijke taalkundige hoogdraverij een kamervraag tegenkwam die letterlijk luidde “Zo ja, bent u knettergek geworden?”, moest ik toch even lachen. Ondanks mezelf, ja.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten